Dit is de vierde energietransitie notitie - een nieuwe sectie in RZ Notes over actuele ontwikkelingen in de Nederlandse energietransitie met focus op de publieke sector en de politiek.
Nieuws uit Den Haag
Provincies en gemeenten pleiten voor een betrouwbaar en betaalbaar lokaal energiesysteem. Position paper van het IPO. Provincies en gemeenten pleiten voor meer mogelijkheden voor lokaal maatwerk voor windenergie.
Rapport Algemene Rekenkamer: Een koud bad voor warmtenetten: Tijd voor bijsturing van de warmtetransitie. Niets nieuws maar een goede analyse.
Voortgang Regionale Energiestrategie (RES) en de interbestuurlijke samenwerking. Kamerbrief met groot aantal bijlagen over voortgang RES en OER en de nieuwe interbestuurlijke samenwerking in een nieuw nationaal programma energiesysteem (werktitel) per 1 januari 2026 waarin onder meer de drie bestaande interbestuurlijke programma’s samengebracht worden: NP RES, NP Lokale Warmtetransitie (NPLW) en het Samenwerkingsprogramma Integraal Programmeren van het Energiesysteem (SP IPE).
En een heleboel nieuwe stukken met betrekking tot kernenergie (meer hierover in de volgende energietransitie notitie):
Kennis & capaciteit van gemeenten
Vanuit mijn rol als managing consultant bij BMC werk ik aan een onderzoek naar de kwalitatieve en kwantitatieve capaciteitsbehoefte van gemeenten om de doelstellingen van de energietransitie te behalen. Meer over deze opdracht en de onderzoeksresultaten volgt zodra het onderzoek is afgerond. Daarnaast ben ik in een andere opdracht regelmatig als ‘lobbyist’ betrokken bij overleggen met (kleine en middelgrote) gemeenten en grote spelers zoals TenneT, KGG en de Gasunie.
De kwantitatieve en kwalitatieve knelpunten die ik in het ene onderzoek analyseer, kom ik in de praktijk telkens weer tegen in de andere opdracht. Dit illustreert de meerwaarde voor mij van een rol waarin ik interim-management combineer met onderzoek en advies.
Maar wat voor mij een interessante meerwaarde is, is niet altijd een voordeel voor de snelheid en kwaliteit van de energietransitie. Het helpt simpelweg niet dat er eindeloos veel overleggen zijn waarin vertegenwoordigers van gemeenten deelnemen zonder voldoende capaciteit (in tijd en kennis) om mee te komen met de snelheid en complexiteit van de energietransitie. Te vaak betekent een overleg eerst twee stappen terug, om vervolgens misschien één stap vooruit te zetten.
Dit ligt niet aan de betrokken personen zelf—zeker niet, integendeel. Maar als een gemeente alleen een beleidsmedewerker ruimtelijke ordening kan sturen, die ook nog tien andere dossiers onder zijn of haar hoede heeft, is dit onvermijdelijk. Hetzelfde geldt wanneer een gemeente enkel iemand kan afvaardigen met veel inhoudelijke kennis, maar zonder strategische of procedurele expertise—of omgekeerd.
De energietransitie vraagt om nieuwe kennisprofielen en rollen die niet vanzelfsprekend beschikbaar zijn. De complexe samenwerkingsverbanden, de asymmetrie in invloed en kennis tussen (kleine en middelgrote) gemeenten en grote spelers aan de onderhandelingstafel, en de bestuurlijke gevoeligheid van veel energietransitie-dossiers vragen bovendien om een zekere senioriteit. Dit vormt een serieuze uitdaging voor gemeenten, waar middelen en menskracht vaak beperkt zijn.
Leesvoer
Van der Steen et al. Breder denken, anders doen. Nederlandse School voor Openbaar Bestuur.
Paul Giesbertz. De netbeheerder als publieke entiteit. Energeia, 3 februari 2025.
Vacatures
Twee vacatures in mijn energietransitie groep bij BMC. Interim- en advieswerk voor de publieke sector: